Bij een feestelijk eten, hoort een feestelijk nagerecht. Flensjes ( heel dunne pannenkoekjes ) zijn veelzijdige basisproducten voor een mooi nagerecht.
FLENSJES ( ongeveer 16 stuks)
- 75 gram bloem
- Snufje zout
- 1 ½ dl melk & 1 ½ dl water
- 3 eieren
- 75 gram boter
- Poedersuiker
Gebruik een grote vlakke koekenpan of flensjespan van rond de 18 cm doorsnede. Waarbij het gebruik van een Frans uitstrijkhoutje voor de flensjes erg handig is.
Zeef de bloem in een kom, voeg er het snufje zout bij. Giet hier de helft van het water bij en roer het tot een dik, glad geheel. Voeg dan al roerend in kleine beetjes de rest van de vloeistof erbij. Dan een voor een de eieren en roer alles tot een luchtig , dun beslag. Dek het af en zet het twee uur weg. Maar zet het nooit in de koelkast.
Roer na twee uur het beslag nogmaals door. Verwarm nu de flensjespan en laat er wat boter in smelten. Men kan ook de boter eerder op een laag vuur smelten en voor het bakken met een boterkwastje dit over de flensjespan verdelen. Met half boter en half neutrale olie gaat dit ook prima.
Giet wat beslag over de warme pan en verdeel dit al draaiend of met behulp van het flensjesstokje.
Bak de flensjes op redelijk warm vuur snel aan beide zijden mooi goud bruin.
Om te zorgen dat ze niet aan elkaar plakken als men meerdere flensjes opstapelt, kan men er wat fijn suiker tussen strooien.
- In Frankrijk wordt er soms in plaats van met melk en water beslag gemaakt van gelijke delen cognac en water – uiteraard is dit niet geschikt voor kinderen en jeugdigen.
GERECHTEN MET FLENSJES
- Gewoon warm met wat poedersuiker en warme kersen ( zo uit een pot op gewarmd , waarbij men het vocht eventueel kan binden met wat maïzena).
- De flensjes voor volwassenen met wat likeur overgieten en er wat stijf geslagen slagroom bij geven.
Of de nog warme flensjes dubbel vouwen over een bolletje ijs bijvoorbeeld vanille-ijs en er wat warme chocoladesaus bij serveren. Hier smaken wat frambozen en slagroom erg lekker bij.
Of klassiek Franse CRÊPES SUZETTE
Maak de flensjes als hierboven omschreven.
Voor de saus:
- 1 sinaasappel, onbespoten en niet behandeld – gewassen en daarna drooggemaakt
- 8 suikerklontjes
- 50 gram roomboter
- 2 eetlepels Grand Marnier of Curaçao
Rasp met de suikerklontjes de schil van de sinaasappel af. Lukt het niet helemaal rasp dan de rest van de schil er daarna ook af met een citrus-trekker een rasp of iets dergelijks.
Pers de sinaasappel vervolgens uit. Zet dit op in een klein pannetje met de suikerklontjes. Als de suiker is opgelost voegt men er de boter bij. Steek nu de likeur aan en giet die bij het vocht. Kook het geheel nog 1 minuut in. Doop de flensjes stuk voor stuk in het vocht.
Vouw daarna de sinaasappelflensjes tweemaal dubbel, zodat men driehoekjes krijgt. Eventueel garneren met schijven sinaasappel.
Leg die overlappend op een schaal en flambeer dit met nog 2 eetlepels likeur.
Als de vlammen doven serveert men de flensjes uit.
HEERLIJK GENIETEN : NEDERLANDS DIS
