Eigenlijk is Winterpostelein helemaal geen familie van de postelein maar hoort tot de ‘nieuwe’ tweezaadlobbigen. De plant is 15-40 cm hoog en tijdens de bloei gemakkelijk te herkennen aan de schotelvormige bladeren, waar de stengel door heen lijkt te groeien. De andere blaadjes zijn schop-vormig. Het is oorspronkelijk afkomstig uit Noord Amerika en niet alleen de blaadjes, maar ook de wortel en knolletjes werden door Indianen gegeten. Maar ook bijvoorbeeld de gouddelvers aten dit plantje in de winter en zorgde voor voldoende vitamine C.
De groente wordt in juni/juli gezaaid en kan dan in november en voor de tweede keer in maart geoogst worden. Vooral in West Europa werd en wordt deze plant nog verbouwd.
Omdat winterpostelein niet vaak wordt aangeboden kan men deze plant het beste zelf zaaien. Het kan voor rauwkost als in stamppot gebruikt worden. Je kunt winterpostelein beter niet koken. Maar net als rauwe andijvie in een stamppot gebruiken.
Winterpostelein heeft een eigen zure smaak.
In de zomer wordt echte postelein soms in bosjes aangeboden. Deze echte postelein kan je beter wel gekookt verwerken, behalve in stamppot is dat niet noodzakelijk.
Voor meer informatie over zomerpostelein kijk op: https://www.nederlands-dis.nl/hoofdgerecht/postelein-stamppot/
In het kookboek van de Haagse Huishoudschool staat een recept voor
salade met postelein
Vooral winterpostelein is ideaal om voor een salade rauw te gebruiken.
Het is handig om postelein in bosjes vast te houden en in een keer voor het wassen de worteltjes eraf te snijden. De gewassen postelein wordt op het laatst eventueel in kleine stukjes gesneden.
Aanmaken met een dressing van olie, azijn of citroensap, suiker of honing en peper-zout. Een fijngesneden uitje of sjalot past er goed bij, net zoals wat knoflook, daslook of bieslook.
Geraspte biet of appel vult postelein goed aan, maar ook wat vers geroosterde nootjes.
In plaats van appel kan men ook kiwi gebruiken, blauwe en geitenkaas smaakt hier heerlijk bij. Kortom de ideale wintersalade vol met vitamines.