BLOEMKOOL met gebakken broodkruimels uit de serie KLOOSTERGERECHTEN

De Regels van Benedictus worden door de Abt voorgelezen

Uit de voorschriften van de Heilige Benedictus Hoofdstuk 66:

“….. Een klooster moet, zo dat mogelijk is, zo aangelegd worden, dat alle basisvoorzieningen zoals water, molen en moes- en kruid-tuinen zich binnen het klooster bevinden…..”

In kloosters werd vroeger alles zelf verbouwd en verwerkt zodat dit een zelfstandige leefeenheden konden zijn. Er werd goed, maar sober gekookt met de producten die eigen hof en tuin opleverden. Daarom werd er zeer sterk volgens wat er in de seizoenen beschikbaar was gegeten. Recepten uit de kloosterkeuken zijn zo een goede bron voor traditioneel eten en geven zo gelijk een betrouwbaar beeld van wat en hoe men vroeger kookte.

Bloemkool kan in een moestuin vrijwel het hele jaar geteeld worden. Vooral de weeuwenteelt , een bijzondere, de winter overbruggende teeltmethode, zorgde dat er al in het vroege voorjaar bloemkool beschikbaar was.

BLOEMKOOL met gebakken broodkruimels

1 bloemkool ( ongeveer 1 kilo)
Zeezout
5 eetlepels boter, reuzel of koolzaadolie
5 eetlepels broodkruimels ( of grof paneermeel of gebroken stukjes brood)
Handvol verse kruiden als peterselie, selderijblad of daslook

De bloemkool schoon snijden en wassen. Maar de bloemkool niet in roosjes verdelen.

Bloemkool in een pan met water en zeezout gaar koken. ( in plaats van met zeezout kan men de bloemkool ook in groentebouillon garen).

Kookt men een bloemkool in zijn geheel, zorg ervoor dat men de stronk naar beneden gaar kookt. Want de stronk heeft meer warmte nodig om gaar te worden dan de fijnere bloemkool-roosjes.

Is de kool gaar, deze afgieten( het kookwater bewaren voor een soep) en laten afkoelen.

Een ovenschaal met olie bestrijken of er klontjes boter over verdelen. De bloemkool met de stronk naar beneden in de schaal leggen.

Oven voor verwarmen op 200 ⁰C.

Intussen hebt U tien minuten om de broodkruimels in wat vet, olie of boter licht bruin te bakken.

Strooi de kruimels over de bloemkool en plaats de schotels 10 minuten in de oven. Niet langer want dan worden de broodstukjes te donker en minder lekker.

Men kan ook de bloemkool in dikke plakken snijden en dakpansgewijze in de ovenschaalleggen.
Traditioneel werd er wat gedroogde boerenwormkruidbloemen over de schotel gestrooid. Wat geraspte nootmuskaat geeft een vergelijkbare smaak maar ziet er anders uit.
Wat karwijzaad fijn gemaakt in een vijzel veranderd de smaak enorm.
Soms werd er op het laatst wat geraspte oude kaas overheen gestrooid.

Met een bakje gekookt graan ( gort of boekweitgrutten) en een simpele spinazie-sla ( olie,azijn, knoflook , peper en zout) zette men in het klooster zo een complete , smaakvolle maaltijd op tafel.