Het verhaal gaat dat monniken het soms moeilijk vonden om in de vastentijd helemaal geen vlees te kunnen eten. Daarom maakte men deegpakketjes klaar waar ze in de vulling stiekem toch vlees verstopten.
Maar de abt van het klooster was wel oud en bijna blind , maar hij proefde toch het vlees in de deegpakketjes. Hij liet de broeder die verantwoordelijk was bij zich. Maar toen hij navraag deed over de inhoud van de deeglapjes hield de kok van het klooster vol dat hij van alles in de vulling had gedaan , maar geen vlees.
“Dit is een god’s wonder”, riep de abt en verklaarde dat hij verder elke vrijdag dit gerecht met god’s zegen wel wilde eten.
De kok was wel zo slim om daarna geen vlees in de vulling te verwerken.
DEEG VOOR DE PAKKETJES
- 250 gram bloem of lemairemeel
- 3 kleine eieren
- zeezout
- koud water
De bloem in een hoopje op het werkblad leggen. Het zout langs de rand door het meel strooien. In het midden een holte maken en daarin een ei breken en met de bloem vermengen. Zo ook met de twee andere eieren. Dan hieruit een kneedbaar en soepel deeg kneden, voeg al werkend zoveel koud water toe dat het deeg soepel , maar niet plakkerig wordt. Het deeg in folie in pakken en koud wegleggen.
VULLING
Maar in tussen de vulling van
- 150 gram verse spinazie
- 6 takjes peterselie
- 1 groot ei
- Peper, nootmuskaat
- Wat zout
Zet de spinazie met een bodempje water en wat zout. Breng het tot de kook, zodat de spinazie slinkt. Giet het daarna af,maar bewaar het vocht voor de soep voor de volgende dag.
Hak de spinazie fijn. En snij of knip ook de peterselie fijn. Meng dat en maak op smaak met peper en nootmuskaat. Meng er nu het ei door.
Oorspronkelijk had de kok uit het klooster een half pond koud gebraden vlees er fijngesneden door gemengd. Maar om zich aan de vasten regels te houden, mengde de kok er van toen af aan alleen 1 kopje paneermeel, 200 gram verse kaas en een handvol fijngemalen gemengde noten door.
Vermeng dus de groente met de kaas, de paneermeel en de fijngemaakte noten.
Rol dan het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad. Rol het deeg zo dun mogelijk uit. (met een pasta molen kan men het deeg ook dun rollen).
Snij uit het deeg vierkantje van 10 bij 10 centimeter. Leg er zoveel vulling op dat men de lapjes nog kan dichtvouwen. Bestrijk de randen van het deeg daarvoor met losgeklopt eiwit. Vouw de lapjes tot een driehoek-vormige vorm of gewoon dubbel tot langwerpige vierkante pakketjes en druk de randen met een vork goed dicht en vast.
Zet een pan met 1 liter groentebouillon op en kook hierin de deegpakketjes in10 tot 12 minuten gaar. Verdeel de deegpakketje over de soepborden en giet er wat bouillon bij.
Strooi er wat vers geraspte oude kaas over en een handje fijngesneden keukenkruiden ( als bieslook en peterselie).
- In plaats van spinazie met peterselie kan men ook 150 gram snijbiet of blad van rode biet of blad van radijsjes gebruiken en er 10 blaadjes van daslook toevoegen. Snijbiet: https://www.nederlands-dis.nl/dis/hoofdgerecht/snijbiet-in-bladerdeeg/
- Natuurlijk worden deze deegpakketjes ook soms gevuld met alleen “wilde”groente zo in de natuur te plukken: 150 gram jong zevenblad, klein handje brandnetel, wat dovenetel, heel weinig jong zuringblad, wat brave Hendrikblad en dan als kruid bijvoorbeeld pimpernel: https://www.nederlands-dis.nl/basis/eten-uit-de-natuur/pimpernel-een-vergeten-kruid/
- Dan zou men heel weinig hondsdraf of daslook er op z’n laatst erover kunnen strooien. Hondsdraf: https://www.nederlands-dis.nl/basis/eten-uit-de-natuur/uit-de-natuur-of-je-tuin-hondsdraf/
-
GROENTE-BOUILLON maak je natuurlijk zelf van afsnijdsels van groente. Het kost bijna niets en is in een uur klaar. En daar kan geen bouillon uit potje of tablet tegen op: https://www.nederlands-dis.nl/dis/soep/basisgroente-bouiilon/
TRADITIE UIT HET KLOOSTER : NEDERLANDS DIS