
Bij een niet te strenge winter kan men vanaf oktober tot mei de blaadjes van Kleine Veldkers oogsten. Het is een eenjarig kruid dat algemeen voorkomt. Vooral rond (de grote) rivieren, maar ook op ander kalkrijke grond en open zandgronden. Het bloeit pas vanaf maart tot vroeg in de zomer, maar dan kan men het ook beter niet oogsten. Het lijkt in smaak op waterkers, dus een combinatie van zoet en pittig. Erg geschikt voor sandwiches met volvette boerenkaas of roomkaas. Maar ook goed voor gemengde salades en in een soep.
VOGELMUUR
Ook Vogelmuur kan men vrij vroeg oogsten. Deze plant komt ook veel voor in tuinen en in bermen. Het kan in een zachte winter zelfs overwinteren, maar is in feite een eenjarige plant. In de zomer is de plant niet lekker en erg verdroogt. Maar in een natte herfst zijn de blaadjes wel weer lekker. Het liefst verzamel ik de jonge uitlopers in de vroege lente. Knip om te oogsten de verse uitlopers van de plant, want bij gewoon plukken trekt men de plant meestal in zijn geheel uit de grond. Vogelmuur lijkt in smaak op gewone bladsla. In een kruidige groene (gemengde) soep smaken de blaadjes erg lekker.
BARBARAKRUID of WINTERKERS
En dan vindt men vooral in Nederland , maar bijna nooit in België de malse blaadjes van BARBARAKRUID in een zachte winter en zeker in het vroege voorjaar. Deze plant groeit op vochtige plekken langs beken en sloten, maar ook op natte plekken in weiland en bosrand.
Het is een twee of meerjarige plant, die vroeger ook als groente geweekt werd. Het werd toen ook wel winterkers genoemd, omdat het net smaakt als tuinkers en groeit in de periode van het jaar dat tuinkers het echt niet doet. Vooral in gemengde salades smaakt barbarakruid erg lekker.
Men moet alleen zeker voor mensen met nierproblemen niet teveel barbarakruid eten, maar als men het niet elke dag eet levert het kruid eigenlijk geen gevaar op.
HET KRUID MET TE VEEL NAMEN
Ook Herderstasjes (capsella bursa pastoris ) kan men in het vroege voorjaar vinden. De naam is de letterlijke vertaling uit het Latijn. De plant heet zo omdat de driehoekige zaadjes lijken op de typerende geldbuidel, die in de vroege Middeleeuwen een schaapherder in het algemeen aan zijn riem hadden hangen. Het is waarschijnlijk de plant met de meeste namen in onze taal: natuurlijk ook herderstasje, maar ook beursjeskruid, moedertasje, tasjeskruid, lepeltjeskruid, lepeltjesblad, lepeltjesdief, bloedkruid, moedertasje, tuintepeltje, ganzetong, vlekjeskruid, pastorkruid en pastorszak, hartjeskruid en hartekenskruid, ons-herennageltje, vingerhoedje, ijzerkruid, schinkelsteel, armoede, zakjesbloem, schapenborzekens, eendepootjes, monnikskapje, murenkers of blikgoot om maar een paar te noemen.
Het komt dan ook overal voor. Men kan het jonge blad als sla gebruiken. Als gestoofde groente smaakt het ook goed, net als in een kruiden-soep. In groente bouillon gebonden met een roux kan men op het laatst een handvol fijngesneden balderen van herderstasjes doen. Samen met zuring kan men erg fijne groente gerechten maken,en dat deed men dan ook vroeger zeer vaak in het voorjaar.
FIJNE KRUIDENSOEP
Drie handen vol met jonge blaadjes van herderstasjes, jong zevenblad, vogelmuur, paardenbloem en kleine veldkers eerst wassen, droog deppen en dan heel fijn snijden.
Opzetten met weinig water en in 5 minuten gaar stoven, dan zeven.
Smelt de boter in een soeppan, smoor daarin de fijngesneden sjalot to het net begint te kleuren. Voeg dan de bloem erbij en kook de bloem op een laag vuur in 5 minuten gaar. Voeg hier de bouillon bij en het vocht en de puree van de wilde groentes. Kook alles in nogmaals 10 minuten op een laag vuur tot een mooi egale soep. Haalde pan van het vuur en voeg er dan de losgelopte eidoorers door. Goed kloppen zodat het een fluweelachtige soep wordt. Maak de soep op smaak met wat peper en zout ( en eventueel wat honing, worcestersaus en Balsamico-azijn).
Doe in elke soepbord een eetlepel zure room, giet de soep erover en strooi als laatste wat fijngeknipte barbarakruid erover. ( heb je geen barbarakruid kan men ook heel weinig hondsdraf nemen of wat peterselie of bieslook uit je tuin).
Verse kadetjes met zoute boter smaken er voortreffelijk bij.
[…] geeft een negentiende-eeuws recept met postelein. Zelf at ik ooit een soep die nog het meest lijkt op dit recept – maar in de praktijk maak ik meestal een rondje-door-de-koelkast-soep waar ik op het […]