
WINTERMENU van rond 1925
In de tijd van veranderingen en sociale onrust zo vlak na de eerste wereldoorlog gebruikten fabrikanten alle middelen om hun “nieuwe” voedselproducten te kunnen verkopen. Het uitgeven van koekboeken hoorde daar zeker bij. Deze werden vaak via bonsystemen “gratis” aan hun klanten gesleten . In Nederland zijn zo mooie uitgaven verschenen zoals van de Delfsche oliefabrieken (Calve) , maar ook Honig uit de Zaanstreek gebruikte dit middel ter promotie. Dit wintermenu komen uit zo’n koekboek.
VOORGERECHT:
TOMATENSOEP met EIERGELEI
Maak op de gewone manier tomaten soep ( in het Honig’s kookboek maakt men dat gewoon met een hun instant tomatensoep).
Voor de eiergelei mengt men een losgeklopt ei met een half kopje koude groentebouillon.
Doe dat in een vuurvast bakje en plaats dit in een pan met een bodempje water. Houd het water tegen de kook aan en laat het ei-mengsel zonder te koken in ¾ uur stollen. Haal dan de eieergelei uit het bakje en snij het in kleine blokjes. Strooi in elk bord of kom een kwart van de eierblokjes en giet er dan de warme soep bij.
( recept zelf gemaakte tomatensoep: https://www.nederlands-dis.nl/soep/soep-tomatensoep/ )
HOOFDGERECHT:
OSSETONG, BRUINE RAGOUTSAUS, SPERCIEBONEN en MACARONI
Na de Eerste wereldoorlog was bijna iedereen hier meer bereid dan anders om na de enorme tekorten aan levensmiddelen in de oorlogsperiode om nieuwe instant producten in de keuken uit te proberen. Honig was een van de firma’s die daar stevig op inspeelden en daaraan hebben ze zeker hun succes te danken. Pakjes en tabletten voor soep, instant-bouillon, puddingpoeders en verschillende soorten aroma’s zijn toen op de markt gekomen. Een kookboekje als die van Honig werden gratis in grote oplage verspreid om reclame voor de nieuwe producten te maken. Dat was toen een enorme verandering omdat men daarvoor alleen maar beschikbaar had over pure basisproducten hoofdzakelijk direct van de boer of uit eigen tuin en hof.
Bruine ragoutsaus werd nu ineens gemaakt op basis van instant ossenstaartsoep, honig’s aroma, honig’s maïzena en worcestersaus.
OORSPRONKELIJK RECEPT voor BRUINE RAGOUTSAUS
- 15 gram boter
- 15 gram bloem
- 50 gram kalfsgehakt
- 8-10 champignons
- ½ uitje
- ½ liter runderbouillon ( of het gekruide kooknat van de runder- of ossetong)
- Wat room
- Peper,zout, nootmuskaat ( soms ook op smaak gemaakt met laurierblad en kruidnagels)
- Worcestersaus
Smelt de boter in een sauspan. Bak hier de ui (fijngesnipperd) licht bruin, voeg dan het gehakt er bij. Bak deze mooi rullig aan, maak op smaak met peper en zout en wat nootmuskaat. Strooi er de bloem bij. Bak die even al roerend aan. Giet nu de koude runderbouillon erbij. Blijf roeren en kook het tot een mooi gebonden saus. Voeg nu de champignons ( in zijn geheel of in plakjes) erbij en kook nog een minuut of wat. Eventueel wat zout/peper en worcestersaus voor de smaak erbij.
RUNDERTONG KOKEN
( een runder-tong weegt tussen de kilo en bijna 2 kilo. Aan ossentong zal men waarschijnlijk hier tegenwoordig niet kunnen komen.)
Was de tong, schraap hem met een mes goed schoon. Zet hem op in een pan met zout water ( 8 gram/ liter) en kook hem in zeker 3 uur gaar. Als het velletje er gemakkelijk afgaat is de tong gaar. Haal het vel van de tong en snij aan de achterkant het vet en de beentjes weg. Snij de tong in plakjes en serveer met een saus als Hollandaise saus, Bruine of Witte Ragoutsaus.
Gebruik het kooknat na verdere kruiding als bouillon voor een saus of een soep.
NAGERECHT: APPELTAARTJE
- 120 gram basterdsuiker ( gele of bruine)
- 180 gram boter ( koude)
- 240 gram zelfrijzend bakmeel ( of 225 gram bloem/10 gram Maïzena of aardappelmeel en 1 eetlepel bakpoeder)
- 1 ei
- Wat zout
- 4 tot 5 appels als Bellefleur
- 3 eetlepels suiker
- 1 glas melk
- 2 eieren vanillesuiker
Meng het zelfrijzend bakmeel, de suiker, zout en de koude boter in stukjes. Snij de boter met tweemessen heel fijn in het mengsel. Kneed het verder en vorm er een bal van. Pak de bal in folie en leg het koel weg.
Schil de appels, boor het klophuis eruit en snij het of in schijven of in partjes.
Rol nu het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht tot het egale lap deeg is geworden van ongeveer 1 centimeter dik.
Houd ongeveer 1/6 van het deeg apart. Bekleed een met boter ingesmeerde bakvorm van het deeg. Vul het deeg netjes met de stukjes of schijven appel. Snij de rest van het deeg tot repen en vlecht daar een deksel van voor over de appels. Druk die aan de rand vast in het andere deeg. Gebruik wat losgeklopt ei om alles aan elkaar te plakken. Verwarm een oven voor op 150 ⁰C tot 160 ⁰C . Meng de twee ander los geslagen eieren met de vanillesuiker en de melk. Giet het mengsel voorzichtig tussen her raster over de appelstukken. Bestrijk daarna alle zichtbare deeg met de rest van het losgeklopte ei.