Gelukkig zie je tegenwoordig in de late lente steeds meer raapstelen in de groentewinkel. En ook in moestuinen worden er weer meer gezaaid. Tegenwoordig vaker apart en niet meer als gevolg van het uitdunnen van de bedden van raapjes en andere koolsoorten, zoals vroeger meestal gebruikelijk.
Het vaakst zaait men nu Namenia. Dat duidelijk eigenlijk geen rapen geeft en wat langere en groenere raapstelen geeft. Soms wordt het ook bladmoes genoemd. Maar ook andere rassen ( onder andere uit Azië) worden tegenwoordig als raapstelen gebruikt.
Tot mijn vreugde zag ik nu kortgeleden ook in de herfst raapstelen te koop liggen. Ik vind een soort stamppot van blikjes aardappel met rauwe raapstelen , kaas en noten het einde. En bij een boek met Vlaamse typerende gerechten kwam ik een recept voor gestoofde raapstelen tegen.
Alleen moest ik even nadenken wat voor groente men bedoelde, want er stond “RIBBEKENS”.
- 4 bossen ribbekens ( dus raapstelen voor Nederlanders)
- 20 gram boter
- ½ glaasje water of groentebouillon
- Peper, ( zout, allen als je water gebruikt), nootmuskaat
Maak de groente schoon. Snijd de steeltje in stukjes. Smelt de boter en stoof hierin de groente aan.
Maak op smaak met vers e zwarte peper en wat nootmuskaat en voeg de bouillon erbij ( of het water met wat zout).
Pan sluiten en maximaal 10 minuten laten stoven op een zacht vuur.
Heerlijk met aardappelpuree en bijvoorbeeld gebakken kaas.
- Persoonlijk zou ik nog wat zonnepitjes erbij aanroosteren.