In de Drentsche veenkoloniën was het lange tijd grote armoede. De veenbazen waarvoor men werkte dreven ook een handeltje in etenswaren, waar men op de pof als arbeider van deze veenbaas eten kon kopen.
Meestal bestond het dagelijkse eten van een gezin van de veenwerkers uit pannenkoeken van boekweitmeel. Maar werd het loon uiteindelijk uitbetaald, dan bleef er soms , maar niet altijd, wat geld over waar een feestmaal van kon worden gekookt. Dan gebruikte men alles wat men kende en erg lekker vond. Vooral zaken die niet dagelijks op het menu stonden als bijvoorbeeld spek en komijnekaas.
FEEST SCHOTEL
- 100 gram gare witte bonen
- 100 gram gare bruine bonen
- 200 gram aardappelen
- 2 of 3 ui ( in schijfjes gesneden)
- stuk vers spek of beter nog gerookt spek ( 400 gram)
- wat geraspte komijnekaas ( een kom)
- 1 klontje reuzel of liever nog boter
- zout en peper
Bereidingswijze
Ui aanbakken met in dobbelsteentjes gesneden spek in wat reuzel of boter.
In blokjes gesneden aardappelen in wat water met zout gaar koken. Wat afgieten en op het laatst de bonen hierin warm maken. Ui en spek er door roeren en de kaas. Even doorwarmen tot de kaas draden gaat trekken.
Op smaak brengen met peper en zout.
Met stroop en/of grove mosterd eten.
* winterwortel werd ook vaak toegevoegd