We woonden lange tijd op de grens van Nederland in een stuk achterland. Achterhoek noemde men deze streek: een afwijkend stuk land, vaak ver weg van de drukte en drukdoenerij van de Randstad. Land waar de midwinterhoorn nu nog steeds te horen is.
Rond midwinter en vooral op kerstavond krijg ik dan de neiging om terug te kijken hoe men hier vroeger de kerstdagen doorbracht. Maar mooier dan dat ik dat al eerder heb beschreven is mij niet gegeven. Dus hierbij de kerstdagen vroeger in de Achterhoek, hoe dat mij eens overgedragen is.
Het mooie stuk land tegen de Duitse grens in Gelderland behoorde vroeger zeker niet tot de welvarendste delen van ons land. Op het prachtige land tussen de mooie coulissen van meidoorn, maar ook in de kleine dorpen en stadjes werd sober gegeten en alleen wat het land zelf opleverde. De tering werd na de nering gezet, vaak in de wintertijd ….dus ook met kerstmis.
Ketelkoek was een gerecht dat bij veel families op tweede kerstdag op tafel werd gezet. Samen met een speksaus en veel uitgebakken spekjes en voor de kinderen een stroopsaus was dat een echte lekkernij. En dat ging je maag niet knorren zoals op eerste kerstdag als je weer zo lang in die koude kerk moest zitten. Gelukkig werd er na de kerstdienst chocolade melk geschonken, dan kon je even warm worden en met je klompen zachtjes kletteren. Voor eerste kerstdag was thuis vaak een konijntje geslacht en na het aanrijpen langzaam gaar gekookt. Met zoveel personen thuis at je meer aardappelen dan vlees. Maar het was ons kerstmaal en zoals pa zei in zijn gebed voor de maaltijd: “we mogen blij zijn dat we vlees te eten hebben” en “dankbaar”, zei hij erbij. Dat heb ik nooit begrepen omdat we voor kerst 4 dikke konijnen in het hok hadden en na kerst geen enkele. Terwijl er toch alleen de kleinste bij ons in de pan had gelegen.
Op tweede kerstdag was het echt feest. Tijdens ons verplichtte bezoek aan onze grootouders , natuurlijk na de kerstdienst had thuis al uren lang de ketelkoek in een pan water zachtjes staan koken. Poddik noemden we dat. En de vorm werd bij ons thuis inderdaad met een deksel afgesloten.
Anderen die niet zo’n ketelkoekvorm hadden kookten ook dit deeg gaar, maar dan in een oude sloop. “Jan in de zak” werd dat genoemd. Maar sommigen noemde dat stiekem “Klaos in de zak”. Maar wie in die zak zat weet ik nu nog steeds niet. Zal toch niet Sinterklaas geweest zijn, want die was al terug naar Spanje?!.
Het recept voor ketelkoek of poffert of hoe het ook verder genoemd wordt staat al op Nederlands Dis:
https://www.nederlands-dis.nl/streekgerecht/broeder-jan-in-de-zak-ketelkoek-poffert/
Maar nog eigener dan de ketelkoek met speksaus was het gestoofde konijn. De hele eerste kerstdag stond het beest op de petroleumstel te sudderen. Het hoefde alleen tussen de middag omgedraaid te worden en soms werd het vocht in ieder geval met oude thee bijgevuld. Alhoewel ik soms de indruk had dat het glas van moeder met boerenmeisjes ineens snel leeg was.
ACHTERHOEKS STOOFKONIJN MET ABRIKOZEN
- 1 konijn
- 1/3 liter bouillon ( kip- of groente-bouillon)
- 1 eetlepel gedroogde en fijngewreven boerenwormkruid
- 1 takje lavas ( of gedroogde lavaszaden)
- wat paardenbloemblad
- wat smalle weegbree
- 1 flinke ui
- 1 winterwortel
- 1 prei
- zout, peper en bloem
- raapolie
- 200 gram geweekte gedroogde abrikozen
Begin in de vroege ochtend.
Was het konijn onder stromend water schoon. Dep het helemaal droog. Bestrooi het royaal met peper en zout. Strooi er ook van alle kanten wat bloem of boekweitmeel over. Verwarm een bodempje olie in een grote gietijzeren braadpan , verhit de olie en bak het konijn aan alle kanten mooi aan, zodat het goud bruin van kleur is. Snij het ui fijn, voeg erbij en laat nog 3 minuten aanbakken. Voeg dan de bouillon en alle andere ingrediënten toe. Snij wel de groentes en kruiden allemaal in gelijke, niet te kleine stukjes. Breng de pan weer aan de kook en doe de deksel er op.Haal de pan van het vuur en plaats het op een petroleumstel, Draai de pit op z’n laagst en laat de pan zeker 8 uur doorsudderen. Draai halverwege de dag het konijn in de pan om. En voeg zo nodig wat extra vocht toe.
Aan het eind vist men het konijn uit het braadvocht ( pas op dat het niet uit elkaar valt). Snij het konijn in stukken. Voeg aan het vocht wat verkruimeld oud krentenwegge of broodkruin en bindt daarmee de saus. Serveren met de saus, gekookte aardappels en verder niets.
- Men kan het konijn tegenwoordig ook in een oven bereiden. Zet dan wel de thermostaat op 80 graden. Ook dan heeft men zeker 8 uur nodig om een botermals konijn te kunnen eten.
Ander stoofgerecht met konijn, nu met kriekbier en kersen:
https://www.nederlands-dis.nl/dranken/traditionele-drank-kriekbier/
PRETTIGE KERST OOK IN DE ACHTERHOEK : NEDERLANDS DIS