VOORJAARSSCHOTEL uit de ACHTERHOEK

Deze tijd van het jaar staat bij iedereen met een moestuin of een platte kas voor groentes vele planten er al aardig bij.

De sla-uitjes staan vrolijk te wapperen in de wind, de radijsjes verheffen zich even verder mooi in een rij. De bloemkolen die over de winter zijn geteeld kunnen al geoogst worden. Ik teel al jaren zo mijn bloemkool, maar de naam weeuwenteelt blijft me nog steeds verbazen. In de platte kas staat al een overvloed aan frisse spinazieblaadjes naast vrolijke kropjes sla. Van de gezaaide koolplantjes kan men door uit te dunnen een aardig portie raapstelen verzamelen. Verder staan in de kruidentuin er vanwege de steeds warmer wordende winter royaal kruiden als selderijblad, koriander, basilicum en peterselie, maar ook dille naast munt.

Hier in de Achterhoek zei men vroeger dan dat het tijd was voor de voorjaarsschotel. Daarmee kunnen de laatste oude aardappels en nog wat gedroogde witte bonen samen met de prille eerste groentes van de koude grond samen een lekker maaltijd opleveren.

De voorjaarsschotel werd traditioneel gegeten zonder vlees of spek. Vooraf werd meestal sla gegeten van een van de eerste kropjes sla met of gekookte eieren of met overgebleven koud vlees, gemengd met mayonaise. Ook hier werd naast een dressing een stevige hand fijngesneden kruiden gebruikt en natuurlijk peper en zout.

De grote witte bonen werden altijd een dag eerder zeker 12 uur in water geweekt. Dan met wat as uit de houtkachel aan de kook gebracht en langzaam op een petroleumstel gaar gekookt. Pas als de bonen gaar waren werden deze met zout op smaak gemaakt. Voor 750 gram gekookte bonen heeft men 1/3 dus 250 gram droge bonen nodig.

ACHTERHOEKSE VOORJAARSSCHOTEL

Nodig voor de voorjaarsschotel:

1 kilo (oude) aardappels
1 kilo voorjaarsgroenten ( een klein bloemkooltje, bosje radijs met groen, spinazie, raapstelen, bosui of verse sjalotjes)
750 gram gekookte witte bonen

40 gram boter
Peper en zout
Bosje kruiden

Schil de aardappels, snij ze in blokjes en zet op met wat water en zout. Na 10 minuten koken voeg men na elkaar de groentes toe. Eerst de bloemkool in kleine roosjes, dan de radijsjes in vieren gesneden, en als laatste het blad van de radijs, wat raapstelen en blaadjes spinazie. Dan de fijngesneden sjalot of bos-ui en de al gaar gekookte grote witte bonen. Sudder alles dan nog maximaal 10 minuten door. Voorzichtig omscheppen. Heeft het nu nog veel vocht deze afgieten en bewaren voor de soep van morgen. Als laatste de boter er door roeren, op smaak maken met een stevige hand peper, eventueel wat zout. Pas op het bord de fijngesneden kruiden erover.