
Het eiken-haagbeukenbos is een soort bos dat voor de “wild”plukker als ik zelf ben, 1 van de interessantste verzamel-gebieden oplevert.
Het bestaat meestal uit de volgende boomsoorten: zomer eik, haagbeuk, beuk en es en als onderbegroeiing lievevrouwebedstro, soms daslook, grootbloemige muur, witte klaverzuring, bosanemoon,wilde kamperfoelie en planten als eenbes, salomonszegel en aronskelk.
Voor klaverzuring kijk op: https://www.nederlands-dis.nl/eten-uit-de-natuur/uit-de-natuur-klaverzuring/
Voor daslook op: https://www.nederlands-dis.nl/eten-uit-de-natuur/uit-de-natuur-of-uit-je-tuin-daslook-i/
En in nog veel meer artikelen op Nederland Dis over lievevrouwebedstro: https://www.nederlands-dis.nl/eten-uit-de-natuur/uit-de-natuur-lieve-vrouwe-bedstro/
En voor beuk: https://www.nederlands-dis.nl/eten-uit-de-natuur/uit-de-natuur-beukenblad/
Net als het blad van beuk, berk en linde is ook het jonge blad van boskriek in een salade in het voorjaar te gebruiken.
Nu is niet alles in een eiken-haagbeuken bos eetbaar, sommige planten zelfs giftig, maar er zijn in dit type bos het hele jaar eetbare zaken te verzamelen.( zeldzame planten uiteraard ook hier niet plukken, plant die liever in je tuin zo dat mogelijk is).
In dit bostype treffen we ook de wilde boskriek aan. In Nederland hoofdzakelijk nog in Limburg. In België veel meer en in Frankrijk is boskriek standaard te vinden. In het voorjaar bepalen deze hoog opgroeiende helder wit bloeiende bomen vaak dit landschap..
BOSKRIEK< ZOETE KERS< KRIEK OF ZURE KERS
Hoe de afstamming van zoete en zure kers precies vanuit de wilde boskriek heeft plaatsgevonden is eigenlijk niet bekend. Ook wilde boskrieken smaken meestal wel zuur, maar uitstekend en zijn ook goed te verwerken en in te maken tot jam, gelei en sap.
Net als bij de traditionele zoete kersen groeien boskrieken stevig hoog uit, dus een hele boom leegplukken zal je nooit lukken. Dat vinden heel veel vogels eigenlijk niet zo erg en ook niet alle dieren die gevallen kersen eten.
De zure kers of kriek of morel groeit in onze tuinen en boomgaarden aan veel lager blijvende bomen, dus als je een kers wilt aanplanten en een oud-soort verkiest, die ook vaak nog zelfbestuivend is, plant een morel in je tuin. Heerlijk in jam en ouderwets geweckt, wachtend om in nagerechten, taarten en ander gebak verwerkt te worden.
De bloeitijd van wilde boskriek is in april en mei. Midden juli moet je de vruchten al ( meestal nog niet echt helemaal rijp) plukken, omdat anders vogels je zeker voor zullen zijn. Ze zijn dan vaak nog behoorlijk zuur en niet zo geschikt om rauw te eten , maar verwerkt zijn ze dan uitmuntend te gebruiken.
GEBRUIK
Van groene thee met wilde kersenbloesem maakt men in Japan heerlijke thee
In ZUID DUITSLAND & ZWITSERLAND wordt Kirschwasser van wilde boskriek gedestilleerd.
Het gom dat boskrieken maar ook andere kersen laat lekken is eetbaar en kan ook als wierook worden gebruikt ( wel goed laten indrogen daarvoor).
En zoals we al eerder noemden het blad is in het voorjaar zelfs rauw in een salade te gebruiken. Trouwens ook de bloemen smaken gefrituurd of zo puur in een salade of bij bijvoorbeeld vis erg lekker.
BOSKERSENBRANDEWIJN OF WILD CHERRY BRANDY
Hiervoor heeft men of cognac of andere brandenwijn nodig.
Op 1 liter brandenwijn heeft men 600 gram ontsteelde liefst rijpe boskrieken, 8 geblancheerde zoete amandelen en ¼ kilo fijne poedersuiker nodig.
Doe dat samen in een afsluitbare glazen fles. Zet dit op een mooie plek en telkens als men er langsloopt schud men de fles.
Pas begin oktober is de kersenbrandewijn op smaak, dus geduld is hierbij een schone zaak.
Met deze kersenbrandwijn kan men de bladeren van boskriek erg lekker marineren.
SOEP VAN WILDE KERSEN
Voor een etentje voor twee:
- 250 gram ontpitte kersen – maar de pitten wel bewaren
- 1 ruim glas water
- Een stukje kaneel
- 1 groot wijnglas rode wijn
- De schil van een halve onbehandelde citroen
- Een beetje aardappelpuree of oude gekookte aardappel
- Paar korrels zout
Zet de ontpitte kersen, de kaneel en de citroenschil met het water op. Breng tot de kook en laat het 10 minuten doorkoken. Draai alles door een roerzeef of gebruik eerst een blender of een ander keukenmachine. Kook de wijn met de eerst met een hamer platgeklopte pitten gedurende een half uur. Zeef de vloeistof bij de gezeefde kersenpuree. Maak de gekookte aardappel fijn en voeg zoveel toe dat het een mooi gebonden soep wordt. Gebruik wat zout en eventueel wat suiker of honing om de soep op smaak te maken.
Wat losgeslagen slagroom met weinig vanillesuiker en een krul bittere chocolade maken het geheel waardig af. Heerlijk met vers gebakken noten brood met zoute boter..
IN de Betuwe bestaat een traditioneel gerecht met de kersen die daar vroeger in overvloed werden geteeld:
Kersenpap
https://www.nederlands-dis.nl/dis/nagerecht/kersenpap-uit-de-betuwe-van-eertijds/
KRIEKENSAUS
- 1/3 liter kriekensap
- 70 gram rietsuiker
- Geraspte schil van 1 citroen ( onbehandeld)
- 15 gram maïzena of aardappelmeel
- Heel weinig zout ( een paar korrels)
- 1 glas water
Meng het water met de sap, voeg er de suiker en de geraspte schil van de citoen en een paar korrels zout op. Kook alles een minuut of 5 op een laag vuur. Vermeng de aardappelmeel of maïzena met wat water. Roer het tot een papje. Voeg het rustig bij het sap en kook alles al roerend, zodat er een mooi gebonden saus ontstaat en het zetmeel gaar gekookt wordt ( een minuut of drie).
Geef de saus bij kip of kalkoen of wild. Men kan de kersensaus met het braadnat of de jus van het gebraden wild of het gevogelte. Serveer het met wat ontpitte kersen. Bij gegrilde of gebakken tonijn en andere vis past het ook goed.
Met wat extra suiker ook geschikt zowel warm als koud bij pudding en over ijs. Men kan wat kersenbrandenwijn door de saus mengen voor meer pit.
- Kersensap of kriekensap kan je volgens onze eigen ervaring goed verkrijgen met een stoom-extractor of sapketel. Je hoeft daarvoor de kersen niet te ontpitten, wel doorsnijden of anderszins kapot maken. Doordat de stoom langs de vruchten gaat, breken die geheel open en wordt mooie ( gelijk gepasteuriseerde)sap gemaakt.
ZOETZUUR VAN BOSKERSEN
Deze zoetzure kersen werden vroeger vooral bij koud vlees en bij pâté geserveerd.
- 500 gram rijpe boskrieken ( alleen gave krieken)
- Twee takjes dragon
- 1/3 liter witte wijnazijn of appelazijn
- 50 gram basterd – of rietsuiker
- 10 zwarte peperkorrels ( licht gekneusd)
Zoek de kersen goed uit. Alleen gave niet beschadigde kersen gebruiken. Steeltjes eraf halen en goed in koud water wassen. Drogen op keukenpapier. Was de dragon ook en daarna ook goed drogen. Neem afsluitbare glazen heel schone potten. Vul die met kersen en druk goed aan, zonder de kersen te beschadigen..
Verhit in een roestvrijstalen pan de azijn, de peperkorrels, de suiker en de dragon. Goed roeren en los de suiker helemaal op. Breng het tot de kook. Giet dit over de kersen, zodat ze helmaal onder staan. Laat het afkoelen en zet de kersen op een koel plek in het donker zeker twee weken weg. Een kelder(kast) is hiervoor erg geschikt. Na aanbreken niet te lang bewaren.
BOSKRIEKWIJN
- 2 ½ kilo boskrieken
- 1 kilo rietsuiker
- Pecto-enzymen
- Gistvoedingszoet
- Gist voor portwijn
- Gekookt water tot 5 liter aanvullen
Was de kersen , haal de steeltjes eraf en ontpit de kersen. Stort ze in een grote bak. Gebruik een stamppotstamper om de kersen tot pulp te stampen. Voeg de pecto-enzymen toe. Even doorroeren. Doe 20 pitten in een groot thee of in een stukje doek. Voeg deze bij de pulp. Laat de pulp 12 uur tot 2 dagen afgedekt staan. Kook dan 3 liter water en los daarin de suiker op. Stort het kokende suiker water over de kersenpulp. Goed roeren en laten afkoelen tot handwarm. Voeg dan de gistvoedingszout en de gist toe. Goed roeren en afgedekt op een plak uit de zon en tocht op ruim kamertemperatuur laten staan. De volgende dag gaat alles al stevig gisten. Roer het twee keer per dag om en laat het verder afgedekt 4 dagen doorgisten. Zeef de pulp,druk het stevig uit en doe alles in een gistingsfles. Vul de hoeveelheid aan met gekookt koud water tot ruim 5 liter. Zet een waterslot op de gistingsfles en laat dit zolang staan tot de gisting vanzelf minder begint te worden. Zeef de vleistof normaals en bottel de wijn in flessen. Sluit ze af met een kerk en leg de flessen in een kelder of zoiets. Na twee maanden kan men proberen of de wijn smaakt. Het zal een licht zoete aperatiefwijn opleveren.
Geweldig, dit over de boskriek. Ik heb er hier in Schotland zoveel in de buurt en wil er graag wijn van maken. Wat ik helaas niet kan vinden is de hoeveelheid van de gist, gistvoeding en de pecto enzymen. Zouden jullie dat misschien mij dat kunnen sturen. Ik zou daar zeer blij mee zijn, en mijn Schotse man zeer zeker!
Met Vriendelijke Groet,
Joan Hoban-Blom,
Dumfries,
Schotland
Hoi Joan,
Ik ben voor het eerst in aanmerking gekomen met zelf wijnmaken, toen ik een halve eeuw geleden in Ierland woonde. Daar was toen een zeer gedegen traditie.Volgens mij bestond en bestaat die ook in Schotland.
Voor zelf vruchtenwijn maken gebruik ik meestal een neutrale gist en 20 gram per 5 liter most.
Gistvoedingszout is lang houdbaar, ik gebruik 1 theelepel per 5 liter most
Als de vruchten te weinig suiker bevatten voeg ik suikerstroop toe, die maak ik door 1 kilo rietsuiker met een 1/2 theelepel citroenzuurpoeder zeker een half uur in een halve liter water te koken. Dan krijgt men een invertsuiker stroop, die ideaal is om koud toe te voegen.
Voor de nodige bitter voeg ik 1 kopje zwarte koude thee per 5 liter most toe ( dit niet doen bij looizuur-houdende vruchten als bv.peren en vlierbessen).
Zijn de vruchten te weinig zuur voeg ik een bio ( dus onbehandelde ) citroen in plakjes gesneden in de mostbak toe.
Pectoenzymen gebruik ik nu eigenlijk nooit, ook omdat ik geen cider meer maak, waar ze zeker nodig zijn.
veel succes
paul hoftijzer