
Doperwten behoren tot de familie der erwten, waartoe ook gele erwten, groene erwten, kapucijners
, blauwschokkers, peultjes = suikererwten, rozijnen erwten en nog meer erwten horen. Deze gewassen worden zowel als tuinbouwgewassen als op grotere schaal als landbouwgewas geteeld. Er zijn rassen, die erg klimmen en die langs rijshout of op gaas moeten worden geteeld. De meeste Nederlanders eten dorperwten nooit vers maar uit blik, pot of uit de diepvries.
Maar de moeite om zelf te doppen is zeker de arbeid waard, want verse doperwten zijn echt heel lekker. Maar lekkerder vind ik nog vers gedopte en gekookte kapucijners of blauwschokkers.
Gekookte doperwten.
Nodig
- 2 kilo doperwten
- Zout, water
- 30 gram boter
- 1 eetlepel suiker
- Handje geknipte peterselie
Dop de erwten. Was ze onder stromend water en kook ze gaar met een bodempje water. Kook ze zonder zout, anders worden de doperwten taai. Kooktijd voor jonge erwten is 10 minuten, voor heel oude kan wel een half uur nodig zijn. Giet de groente af en meng de boter, suiker, wat grof zout en peterselie door.
Bij ons thuis werden ook doperwten zonder zout, maar met wat as uit de houtkachel gekookt. Bij oudere doperwten werd ook de suiker al gelijk voor het koken toegevoegd.
Traditioneel werd in Nederland vaak verse doperwten samen met gestoofde jonge waspeen geserveerd.