STROOPJENEVER
Rond de tijd van Sint en Piet werd vroeger in Zeeland op zijn laatst Stroopjenevergemaakt. Vooral rond en in Breskens was dit de traditie. Tegenwoordig maakt men wel in Zeeland een likeur met de smaak van suikerwafels en stroopjenever. Alleen hier en daar wordt nog in een aantal families stroopjenever gemaakt en voor nieuwjaarsdag suikerwafels gebakken.
Want een maandje trekken was zeker noodzakelijk om op Nieuwjaarsdag dat drankje op smaak met vers gebakken suikerwafels te kunnen serveren. Dat gaf, zei men erbij een goed nieuwjaar.
Voor Zeeuwse suikerwafels staat het recept ook vandaag op Nederlands Dis.
Was men trouwens vergeten om stroopjenever te maken, dan kon je ook nog een glaasje brandewijn met kaneelsuiker geven. Ongelukkiger zou je er niet door worden. En Zeeuwse suikerwafels smaken er ook lekker bij.
Voor 1 liter oude (liefst graan-)jenever heb je verder nodig:
- 25 gram pijpkaneel
- ½ kilo donkere rietsuikerstroop
Neem een pan met een dikker bodem. Breek daarin de kaneel in kleine stukjes. Voeg er zoveel jenever bij dat de kaneel net onder staat. Doe de deksel op de pan en zet het zeker een half uur achter op het fornuis, zodat het niet te warm of gaat koken, maar de kaneel goed wordt afgetrokken.
Haal de pan van het vuur en voeg de rest van de oude jenever erbij. Pan weer sluiten en een nacht wegzetten ( en er echt afblijven!).
Verwarm de volgende dag de stroop in een pan, die je in een grotere pan met kokend water hebt gezet tot de stroop goed vloeibaar is. Giet de jenever door een zeef bij de stroop. Samen zolang au-bain-marie verder doorwarmen, dat het een geheel is geworden. Laten afkoelen en twee ¾ liter flessen er mee vullen. Zet de flessen zeker 4 weken op een donkere, koele plek weg. Bovenaan de kelder was gebruikelijk.
Door Annie uut Zeeland wordt stroopjenever ook beschreven: http://www.annieuutzeeland.nl/410394725/2083719/posting/