Ossenworst is een van oorsprong Amsterdamse worst, die van vlees van ossen gemaakt werd. Doordat dit vleeswaar van rund- of ossenvlees en dus koosjer mede door Joodse slagers kon worden gemaakt verwierf het een plaats in de Amsterdamse eettraditie.
In de zeventiende eeuw werden hiervoor al ossen uit Denemarken en Duitsland ingevoerd.
De specerijen in deze worst, zoals peper, foelie, kruidnagel en nootmuskaat werden door Hollandse kooplieden uit Indonesië ingevoerd.
Traditioneel wordt ossenworst gemaakt van gerijpt vlees dat gerookt wordt bij lage temperatuur, waardoor het vlees rauw blijft. Tegenwoordig is mager rundvlees de basis van ossenworst en wordt het roken en rijpen vaak achterwege gelaten
De worst wordt tegenwoordig gemaakt van rauw vlees van de beste kwaliteit rundvlees uit de voorvoet.
De traditionele ossenworst wordt geconserveerd door de worst te zouten en te rijpen in plaats van te verhitten. Er bestaat echter ook gerookte ossenworst. Voor de gerookte ossenworst wordt het vlees gemalen, gekruid en één dag gerijpt. Vervolgens wordt de ossenworst op 45 graden Celsius gerookt. Omdat iedere slager er volgens zeggen naar een oud recept zijn eigen kruiden aan toevoegt, smaakt de ossenworst bij iedere slager anders.
TRADITIONELE VLEESWAREN : NEDERLANDS DIS